VNC Column Wolkenkrabbel

25 juni 2025

Leestijd: <3 minuten

Vliegen in een gespannen wereld
De oorlog in Israël en Gaza sleept zich al meer dan anderhalf jaar voort. Onlangs besloot KLM om de vluchtoperatie naar Tel Aviv weer op te starten. Dat leidde tot verhitte discussies bij crew, vooral op sociale media. De emoties waren begrijpelijk hoog: van verdriet en boosheid tot verbazing, angst en machteloosheid.

Twijfel en vertrouwen
Collega’s hadden verschillende meningen. Sommigen twijfelden openlijk aan het besluit om weer naar Tel Aviv te vliegen, terwijl anderen het vertrouwen uitspraken in de veiligheidsafwegingen van AV. Zelf had ik mijn bedenkingen. Ik las argumenten als dat het uitvoeren van deze vluchten part of the job zou zijn en wanneer je hier niet toe bereid was, dat als werkweigering aangetekend zou kunnen worden. Dat gaat in mijn beleving best ver.

Wij zijn als crew opgeleid voor veiligheid aan boord en het omgaan met calamiteiten, maar dat betekent niet dat we ons ook voorbereid voelen op situaties waarin actieve dreiging aanwezig is. Neutraal en professioneel blijven is onderdeel van ons werk, ook richting passagiers en landen met een complexe of gevoelige situatie. Maar het is niet vreemd dat sommigen van ons zich afvragen of bepaalde omstandigheden nog wel passen bij de verantwoordelijkheid die we als bemanningsleden hebben.

Terugblik: de zomer van 2006
Het is niet de eerste keer dat we geconfronteerd worden met vluchten in een gespannen situatie. Mijn gedachten gingen terug naar de zomer van 2006, toen de Britse autoriteiten een serie geplande aanslagen wisten te verijdelen. Het zou gaan om het opblazen van vliegtuigen met vloeibare explosieven – een dreiging die wereldwijd tot strengere veiligheidsmaatregelen leidde.

Ik had toen een nachtstopje Birmingham. Smartphones met internet bestonden nog niet, dus we waren afhankelijk van de televisie voor nieuws. Terwijl toenmalig premier Tony Blair de Britten opriep om vooral niet te gaan vliegen, verscheen onder in beeld een overzicht van luchtvaartmaatschappijen die hun vluchten hadden gestaakt. De lijst was lang: British Airways, Virgin, Iberia, EasyJet… en aan het eind: “KLM is still flying with delays.”

Dat riep vragen op. Waarom vlogen wij nog wel, als vrijwel alle andere maatschappijen hadden besloten te stoppen? Het voelde als een afwijking van het overheidsadvies, wat niet alleen qua veiligheid, maar ook qua beeldvorming verwarring gaf. Zou het niet sterker zijn geweest om als maatschappij juist te laten zien dat veiligheid de hoogste prioriteit heeft?

Chaos op de luchthaven
De volgende ochtend reisden we vroeg naar de luchthaven. De situatie daar was ronduit chaotisch. Overal lagen in beslag genomen laptops en telefoons – apparaten die vanwege het risico op ontsteking van explosieven niet mee aan boord mochten. Passagiers moesten al hun handbagage inchecken, ook wij als bemanning: geen tassen, alleen schort en boordschoenen in de hand.

Tijdens het boarden leek alles aanvankelijk soepel te verlopen, maar nog voor vertrek meldde een passagier dat iemand toch nog een telefoon bij zich had. Twee anderen volgden met vergelijkbare meldingen. Het instapproces werd kort onderbroken om de situatie op te lossen. Uiteindelijk vlogen we veilig naar Schiphol, maar dit incident leidde internationaal tot strengere regels voor vloeistoffen in de handbagage.

Hoop op rust en veiligheid
Terug naar het heden: de vluchten naar Tel Aviv werden kort na hervatting opnieuw opgeschort vanwege de aanhoudende onrust en raketaanvallen, nu ook op Iran. Het illustreert hoe snel de situatie kan veranderen. Natuurlijk beschikt AV over informatie waar wij als crew geen directe toegang toe hebben. Maar de meeste collega’s – en hun familieleden thuis – baseren hun beeld op nieuwsberichten. Dat kan onzekerheid en angst veroorzaken – gevoelens die naar mijn mening serieus genomen moeten worden.

Of er op korte termijn vrede komt in deze regio betwijfel ik. Wat ik wél hoop, is dat er op enig moment weer rust komt in de regio, zodat er zonder zorgen naar Tel Aviv gevlogen kan worden. Niet omdat het ‘part of the job’ is, maar omdat we dan kunnen vertrouwen op een zorgvuldige en transparante afweging tussen commerciële belangen, verantwoordelijkheden en – boven alles – veiligheid.

Cora Dessing