VNC Column Wolkenkrabbel
Leestijd: <4 minuten
De droom die bleef hangen – 25 jaar vliegen, lachen en leren
Zelf kon ik het nauwelijks geloven, maar onlangs was ik 25 jaar in dienst. Als de dag van gisteren herinner ik me mijn sollicitatie, de basiscursus en mijn begintijd bij KLM. Voor de gelegenheid bladerde ik door mijn oude fotoalbums en in gedachten dwaalde ik af naar vervlogen tijden…
Ik was niet het type “ik ga voor een jaartje vliegen”. Stewardess worden was een meisjesdroom, maar helaas werd ik eerst twee keer afgewezen. Ik wilde het zó graag dat ik beide keren stijf van de stress de selectie in ging. Na de tweede afwijzing werd mij medegedeeld dat ik geen hoop meer hoefde te koesteren: ik naderde immers de ‘hoogbejaarde’ leeftijd van 30. Leeftijdsdiscriminatie was toen nog heel normaal. Uiteraard was ik teleurgesteld maar ik richtte me op andere functies, die ik ook met veel plezier heb uitgeoefend. Twee jaar later stond de vacature weer open en was leeftijd geen issue meer. Ik besloot het nog één keer te proberen, eigenlijk zonder verwachtingen, onder het mom van niet geschoten is altijd mis. En verdomd, ik werd aangenomen.
Mijn basiscursus was een van de eerste waarin qua leeftijd een gemêleerd gezelschap aan cursisten zat. Inmiddels heel normaal, maar toen moest men er nog een beetje aan wennen. Zo zat er in mijn parallelcursus een man van 50. Toen ik hem op de route tegenkwam en vroeg hoe het hem beviel zei hij: “Hartstikke leuk, maar ik lieg wel over mijn leeftijd. Ik heb het een keer verklapt en toen kwam de hele bemanning naar mijn galley om ‘de oudste eenbander van de KLM’ te bewonderen.”
De eerste trip
Mijn eerste ICA trainingsreis was 24 uur Detroit, samen met een cursusgenootje. Niet het meest exotische oord, maar we besloten er alles uit te halen. We huurden een auto en gingen onder andere naar het Motown museum waar de zilveren handschoen van Michael Jackson te bewonderen was. Uiteraard vroegen we collega’s mee, maar die hadden allemaal een ellenlange shoppinglijst. Sommige dingen veranderen nooit.
Wat wel veranderd is, is dat je in die tijd nog ‘ontgroend’ werd. Collega’s waren heel creatief met allerlei vage opdrachten. Ik moest bijvoorbeeld water aftappen voor de landing – acht hotcups later vond een lachende collega het wel genoeg. Trainees werden bovenop de salestrolley door het gangpad gereden en ‘gedoopt’ door Neptunus (de captain of de SP) wanneer ze voor het eerst over de evenaar vlogen. Of er werd een trainee met een lege hotcup naar de cockpit gestuurd omdat de captain moest plassen en die kon toch onmogelijk de cockpit verlaten. Tien minuten later werd de hotcup weer opgehaald en die was dan snel gevuld met opgewarmde appelsap. En in Bangkok werd je als nieuweling in uniform het zwembad in gejonast.
We konden er toen smakelijk om lachen, maar ik denk dat sommige grappen tegenwoordig minder gewaardeerd zouden worden. Ook de komst van social media heeft ervoor gezorgd dat we ons meer bewust moeten zijn van professionaliteit en imago.
Shopping en safari
In die begintijd kwamen er zóveel indrukken op me af, dat ik er zelfs over droomde. Zo moest ik in een droom aardappelen schillen voor een Europa vlucht. Een uitdaging, want ik eet nooit aardappelen. Met moeite kreeg ik twee emmers vol, maar mijn collega vond het veel te weinig: “Je hebt veel te dik geschild! Als de purser dit ziet heb je een probleem.”
Of ik droomde dat we een ditching maakten naast de pondjesbrug op Curaçao. Met roeibootjes werden we keurig naar de kant gebracht met koffers en al.
Ik vond – en vind het nog steeds – een zegen om via ons werk de wereld te mogen zien. Sommige bestemmingen had ik nooit privé bezocht, maar bleken verrassend leuk. De lijst met nieuw ontdekte oorden groeide razendsnel: een bliksembezoek aan de Chinese Muur, de Taj Mahal, per limousine naar de Niagara Falls, de piramides van Cheops, slapen in de Surinaamse jungle, safari’s in Zuid-Afrika, dobberen in de Dode Ze en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Ook op het gebied van shoppen viel er veel te ontdekken. Tegenwoordig kun je alles online bestellen, maar 25 jaar geleden ontdekte je nog allerlei exotische trofeeën die, al dan niet in een blauwe zak en met toestemming van de captain, mee naar huis gingen. Zo kocht ik in Afrika een houten giraf, in Mexico een gigantische spiegel, in China een ‘antiek’ schaakspel en in Dubai een moskeewekker. Mijn ex begon te klagen dat ons appartement langzaamaan op een tropisch museum begon te lijken.
Mensen maken de reis
Naast al het moois wat er te zien en te koop is, is er nog iets wat ik in de loop van de jaren steeds meer ben gaan waarderen. Dat zijn de mensen. Door het vliegen ontmoet je de meest bijzondere passagiers. Niet zozeer beroemdheden, maar mensen met mooie, grappige, ontroerende en soms ook verdrietige verhalen. Het contact is kort, maar laat soms een onuitwisbare indruk achter.
En dan zijn er natuurlijk de collega’s. Hoe geweldig is het dat wij vaak vliegensvlug een band met elkaar opbouwen, waardoor het voor buitenstaanders lijkt alsof we elkaar al jaren kennen. Samen uit eten, stappen, naar het strand, excursies, voetbal, het songfestival of Formule 1 kijken, de feestdagen vieren — het zijn zaken die je normaalgesproken met vrienden en familie doet. En dat alles op random plekken over de hele wereld.
De grootste levensles? Je kunt op de mooiste of lelijkste plek ter wereld zijn, maar het zijn de mensen om je heen die bepalen hoe speciaal die plek wordt.
Bedankt lieve collega’s voor 25 fantastische jaren!
Cora Dessing