VNC Column Wolkenkrabbel
Leestijd: < 3 minuten
Een aantal jaar geleden was er een programma op tv genaamd Jouw vrouw, mijn vrouw. De titel was niet bepaald woke en misschien is dat ook wel de reden dat het uiteindelijk van de buis verdween. Het was zo’n programma dat ik nooit bewust opzette, maar wanneer ik er toevallig langs zapte, bleef ik meestal toch hangen.
Leven in andermans wereld
Het concept was simpel: twee gezinnen of koppels werden gevolgd, waarbij de vrouwen (of beter gezegd: de partners, want er deden soms ook homoseksuele stellen mee) tijdelijk van huishouden wisselden. Als je het niet kent: het klinkt misschien spannend, maar voor zover ik weet kwam er geen seks aan te pas. Het draaide puur om hoe iemand zich in een compleet andere leefomgeving staande hield en wat je daarvan kon leren. De confrontatie met een ander milieu, een andere partner, andere verantwoordelijkheden, een ander budget en ook andere normen en waarden.
Soms belandde een bijstandsmoeder in een villa, terwijl een chique, verwende dame zich moest redden in een achterstandswijk. Of twee stellen met totaal verschillende opvoedstijlen moesten zich ineens aanpassen aan elkaars principes. Ik vond dat een fascinerend gegeven—hoe je brein geprikkeld wordt om je in een ander te verplaatsen.
Een ruil voor wederzijds begrip
Misschien heb ik een levendige fantasie, maar soms zou ik willen dat we zo’n uitwisseling ook tussen verschillende beroepsgroepen aan boord konden doen. Dan zit ik bijvoorbeeld in de cockpit en krijg ongevraagd een fotoreportage te zien van een landhuis met een dubbele oprijlaan. Prachtig natuurlijk en ik snap dat je daar trots op bent. Dan droom ik even weg en stel me voor hoe het zou zijn om een weekje te ruilen. Ik in dat landhuis, hij in mijn flatje van 65 vierkante meter—waar ik overigens ook enorm trots op ben. Het is geen afgunst en ik geloof ook niet dat het de intentie is om die te creëren. Maar ik vraag me af: komt zo’n gedachtegang ook weleens bij de ander op?
Ook als het gaat om arbeidsomstandigheden zou zo’n ruil verhelderend zijn. Hoe is het om af te gaan op een high comfort (wie heeft die term bedacht?) seat? Maar andersom ook: hoe houd je het vol om met z’n tweeën acht uur lang in het donker voor je uit te staren zonder in slaap te vallen? Wat doet het met je lijf, qua vermoeidheid, om voortdurend prikkels te krijgen—of juist nauwelijks?
Verschillen in beloning: vraag en aanbod
Nu de onderhandelingen in volle gang zijn en ik regelmatig verhitte discussies voorbij zie of hoor komen, speelt zich in mijn hoofd soms een aflevering af van Jouw cao, Mijn cao. Natuurlijk vliegen er in deze discussies ook de nodige moralistische teksten voorbij, zoals: Gij zult niet wijzen naar andere domeinen! En begrijp me niet verkeerd, ik ben ook geen voorstander van wijzen. Dat verschillende beroepsgroepen anders beloond worden, vind ik normaal. Het heeft te maken met vraag en aanbod. Een topvoetballer en een prima ballerina zijn allebei extreem getalenteerd en trainen keihard, maar de voetballer verdient een veelvoud van de danseres. Simpelweg omdat er nu eenmaal meer mensen op de wereld geïnteresseerd zijn in voetbal dan in ballet. Dus ja, kromme benen lonen beter dan spitse tenen. En iedereen snapt dat het zinloos is om tegen de ballerina te zeggen dat ze beter voetballer had kunnen worden.
Samen sterk
Zo hebben wij aan boord ook uiteenlopende talenten die moeilijk met elkaar te vergelijken zijn en daarom verschillend beloond worden. Volgens mij hebben de meesten van ons daar geen moeite mee. Maar wanneer bepaalde privileges worden toegekend ten nadele van anderen, voelt dat niet eerlijk. Alsof de erfenis ongelijk verdeeld wordt onder de kinderen van de blauwe familie. De kinderen hebben daar zelf geen schuld aan, maar de executeur-testamentair zorgt zo wél voor verdeeldheid binnen de familie. Vreemd, want juist in een tijd waarin de luchtvaart regelmatig onder vuur ligt, is het belangrijker dan ooit om die familieband te versterken.
Cora Dessing