VNC Column Blauwe Plekken
Businessclassbriefing
Tijdens het instapproces voor een vlucht naar de Verenigde Staten stond ik bij deur 12 de passagiers te verwelkomen, toen ik werd gebeld door een collega uit de businessclass: of ik even naar voren kon komen in verband met een klein probleempje.
Ik trof een keurig geklede, vriendelijk ogende oudere heer met een jongere collega van een jaar of twintig. “Mijn secretaresse heeft bij het boeken een foutje gemaakt,” begon hij “ik zit in businessclass, maar mijn trainee zit in economy. Nu zie ik dat de stoel naast mij vrij is. Zou hij daar mogen zitten?”
“Maar natuurlijk, ik zal even de prijs van de upgrade voor u uitzoeken,” antwoordde ik vriendelijk, terwijl ik mijn iPad erbij pakte.
Maar dat was niet helemaal het idee. “Ik zou u om een gunst willen vragen. Ik reis heel veel met KLM, heb een hoge Flying Blue status. Ik zou het een mooi gebaar vinden als hij gratis naast me mag zitten? We moeten naar een congres en ik wil hem graag goed voorbereiden – dat kost zeker 2 uur.”
Ik glimlachte. “Dan stel ik voor dat u na de lunch samen even samen gaat zitten, zodat u in alle rust kunt overleggen. Uiteraard wel op een plek waar andere passagiers er geen last van hebben.”
Hij keek wat bedenkelijk, maar stemde toe en nam voorlopig alleen plaats op zijn stoel.
Een bijzondere werkbespreking
Na de lunch haalde ik de trainee op en bracht hem naar voren. Daarna maakte ik het rustschema voor de crew en bleef in de achterste galley voor een praatje. Maar lang duurde dat niet – ik werd alweer gebeld. “Moet je nou eens komen kijken,” zei mijn collega.
Voorin aangekomen trof ik het volgende tafereel aan: de heer lag onder een deken met oogmasker op te slapen. Zijn jonge collega zat naast hem een film te kijken, stoel in ruststand.
“Hoe ga je dit aanpakken?” grinnikte mijn collega.
Ik liep naar hem toe: “Meneer?” Geen reactie. Wat harder: “Meneer!” Terwijl ik de stoel langzaam rechtop zette, kwam hij met een geïrriteerde zucht overeind. “Wat heeft dit te betekenen?”
“Dat wilde ik net aan u vragen,” zei ik vriendelijk. “U had toch 2 uur nodig voor werkoverleg?”
“Jawel,” antwoordde hij, “maar die geef ik wel terplaatse, ik ben erg moe en zou nu graag rust willen.”
“Begrijpelijk,” zei ik, “dan neem ik uw collega weer mee terug naar zijn eigen stoel – die is zo te zien ook klaar met de briefing.”
Ik liep richting de mid galley, waar de collega’s door het gordijn meegenoten, maar merkte dat de trainee weinig aanstalten maakte om me te volgen. Opnieuw sprak ik hem aan: “Als u hier wilt blijven, dan moet ik helaas het volledige upgradebedrag in rekening brengen.”
Dat was het moment waarop zijn begeleider zich weer in de discussie mengde: “Hij blijft hier zitten en ik betaal niets!”
Ik hield het luchtig maar duidelijk: “Ik kan straks bij aankomst bij de lokale autoriteiten een ‘briefingruimte’ regelen – maar ik denk niet dat u daar erg enthousiast van wordt.”
Binnen een seconde zat de trainee weer in economy. En de heer in kwestie? Die zal de volgende keer misschien een andere tactiek proberen.
Hans den Dikken