Vanuit de voorzitter
Leestijd: 3 minuten
Na mijn vorige column is het dossier rondom de krimp van Schiphol er helaas niet duidelijker op geworden. Waar we hoopten op heldere keuzes en richting, is het tegenovergestelde gebeurd: de verwarring en onzekerheid zijn alleen maar toegenomen.
Minister Madlener stuurde zijn plannen naar de Europese Commissie. Daar kwam, zoals verwacht, het advies om de positieve effecten van vlootvernieuwing – schonere en stillere vliegtuigen – mee te nemen in het krimpbeleid. Een verstandige suggestie, die recht doet aan de miljardeninvesteringen die luchtvaartmaatschappijen in duurzaamheid hebben gedaan. Toch besloot de minister dit advies naast zich neer te leggen en vast te houden aan zijn oorspronkelijke koers.
Dat besluit heeft grote gevolgen. Niet alleen leidde het opnieuw tot juridische stappen – dit keer ondernomen door een brede coalitie van luchtvaartorganisaties, waaronder KLM, IATA, de Amerikaanse vrachtorganisatie ACN en luchtvaartmaatschappijen als Delta, TUI, Martinair en Transavia – ook BARIN, de belangenbehartiger van álle maatschappijen op Schiphol, sloot zich aan.
Geen uitspraak, wél meer onzekerheid
Op 23 april jl. volgde uitstel van duidelijkheid: de rechter verwees de zaak door naar de Raad van State. Daarmee blijft de situatie voor de luchtvaartsector onzeker. Geen duidelijkheid over het beleid, geen erkenning voor de verduurzaming van de vloot, geen stabiele basis om plannen op te bouwen.
Dit is slecht nieuws voor de luchtvaartsector als geheel. De voortdurende onzekerheid maakt het bijna onmogelijk om verantwoord te investeren in personeel, routes, of verdere verduurzaming. Ook voor onze VNC-leden – cabinepersoneel dat elke dag het gezicht van de Nederlandse luchtvaart vormt – wordt het moeilijker om op de lange termijn perspectief en zekerheid te vinden in hun werk.
Bovendien zet dit besluit de internationale verhoudingen onder druk. De Amerikaanse overheid volgt de ontwikkelingen op de voet, mede vanwege de belangen van Amerikaanse maatschappijen die actief zijn op Schiphol. En ook in Brussel groeit het onbegrip: het Nederlandse beleid lijkt steeds vaker af te wijken van Europese afspraken en adviezen. Dit alles ondermijnt het vertrouwen in Nederland als betrouwbare partner in de luchtvaart.
De centrale vraag blijft: wanneer erkent de overheid de waarde van de inspanningen die de sector levert op het gebied van duurzaamheid? Wanneer volgt er een stabiel en voorspelbaar beleid, waarin samenwerking met de sector voorop staat in plaats van juridische confrontatie?
Zonder heldere koers blijft de situatie voor de luchtvaart én voor onze leden wat het nu al té lang is: onduidelijk en onwerkbaar.
Tot zover en groet!
Chris van Elswijk
Voorzitter VNC
English version:
Reading time: 3 minutes
Following my previous column, the situation surrounding the downsizing of Schiphol has, unfortunately, not become any clearer. Where we had hoped for clear choices and direction, the opposite has happened: confusion and uncertainty have only increased.
Minister Madlener submitted his plans to the European Commission. As expected, the Commission advised taking into account the positive effects of fleet renewal—cleaner and quieter aircraft—in the downsizing policy. A sensible suggestion that acknowledges the billions invested by airlines in sustainability. Yet the minister chose to ignore this advice and stick to his original course.
That decision has major consequences. Not only did it again lead to legal action—this time by a broad coalition of aviation organizations including KLM, IATA, the American cargo organization ACN, and airlines like Delta, TUI, Martinair, and Transavia—but BARIN, the representative body for all airlines at Schiphol, also joined the case.
No ruling, but more uncertainty
On April 23, clarity was once again postponed: the judge referred the case to the Council of State. This leaves the aviation sector in limbo. No clarity on policy, no recognition of the sector’s sustainability efforts, no stable foundation on which to build future plans.
This is bad news for the aviation sector as a whole. The ongoing uncertainty makes it nearly impossible to responsibly invest in staff, routes, or further sustainability efforts. For our VNC members—cabin crew who represent the face of Dutch aviation every day—it becomes increasingly difficult to find long-term prospects and job security.
Moreover, this decision strains international relations. The U.S. government is closely monitoring the developments, partly due to the interests of American airlines operating at Schiphol. And in Brussels, frustration is mounting: Dutch policy seems increasingly at odds with European agreements and recommendations. All of this undermines trust in the Netherlands as a reliable partner in aviation.
The central question remains: when will the government acknowledge the value of the sector’s sustainability efforts? When will we see a stable and predictable policy that prioritizes collaboration with the sector over legal confrontation?
Without a clear course, the situation for aviation—and for our members—remains what it has been for far too long: unclear and unworkable.
That’s all for now—kind regards,
Chris van Elswijk
Chairman of VNC
De VNC strijdt voor jouw goede arbeidsvoorwaarden en toekomst. Investeer in jezelf en word ook lid via dit aanmeldformulier of vraag meer informatie via secretariaat@vnconline.nl – 020 5020480. Je kunt de contributie grotendeels terugkrijgen via de cafetariaregeling. Samen staan we sterker voor de belangen van al het cabinepersoneel.