VNC column Wolkenkrabbel

27 september 2023

VNC lid en KLM cabinecollega Cora Dessing schrijft tweemaandelijks een column voor de VNC KLM nieuwsbrief. 

Dushi driver

Al 23 jaar reis ik met de trein van en naar Schiphol. Tot een jaar of twee geleden was ik daar over het algemeen best content mee. Er zijn in al die jaren uiteraard wel eens wat ongeregeldheden geweest, maar nu loopt het echt de spuigaten uit. Het is zelfs zo erg dat ik serieus de aanschaf van een auto overweeg. Geen probleem toch, zou je denken. Maar auto’s – of eigenlijk alles op wielen – en ik zijn niet echt een goede combi. Zo heb ik als kind eindeloos lang met zijwieltjes gefietst, sta ik doodsangsten uit achterop een scooter (zelf rijden durf ik niet) en ben ik een van de weinige Hollanders die niet van Formule 1 houdt. Met een trolley het gangpad in gaat redelijk goed, al zijn niet alle knieën veilig en verontschuldig ik me vaak met het excuus dat ik net m’n rijbewijs heb.

De wind van voren
Ik vind autorijden ook niet leuk en het is het inmiddels jaren geleden dat ik een auto heb bestuurd. Een rijbewijs heb ik wel. Op mijn vierentwintigste verhuisde ik met mijn toenmalige geliefde naar Curaçao. Zonder auto kom je daar niet ver, dus het was van groot belang dat ik zo snel mogelijk mijn rijbewijs zou halen. In Nederland had ik al tientallen lessen gehad, maar dit was een compleet nieuwe ervaring.

Mijn rij-instructeur was Stanley, een kleine, ietwat gezette Antilliaan met een gouden tand en bijpassende ketting. Stanley was heel streng. Zo moest ik bijvoorbeeld bij een bocht naar links, bijna tot aan de stoeprand rijden voordat ik het stuur mocht draaien om de bocht te nemen. Wanneer ik niet zorgvuldig genoeg de bocht nam of een andere handeling verrichtte, greep hij in en kreeg ik de wind van voren.

Ik moest ook opnieuw theorie-examen doen, want sommige verkeersregels op de Antillen zijn anders. Zo heeft bijvoorbeeld recht doorgaand verkeer op een t-splitsing altijd voorrang, wat ik eigenlijk veel logischer vind. Maar er waren ook regels waar ik het nut niet van inzag. Zo was er vastgelegd hoeveel centimeter zitruimte er beschikbaar moest zijn voor de bestuurder en hoeveel voor de bijrijder. Ik vroeg Stanley waarom hier regels voor waren. Hij moest grinniken. In de jaren 50, vertelde hij, werden de grote Amerikaanse auto’s geïntroduceerd op Curaçao. Deze bolides waren allemaal automaat en beschikten over een ruime bank voorin zonder separatie. Verliefde stelletjes hadden hierdoor de mogelijkheid om dicht tegen elkaar aan te kruipen en daardoor gebeurden er ongelukken. Er moest dus wetgeving voor komen. Dat snapte ik toch ook wel?

Drill regime
Inmiddels was ik gewend aan Stanley’s overdreven strenge regels en met opperste concentratie zat ik achter het stuur. Het ging eigenlijk heel goed. Ik kreeg steeds meer zelfvertrouwen en begon het autorijden bijna leuk te vinden tot… Abrupt stonden we stil. Stanley had stevig op de rem getrapt en ik zat met m’n neus bovenop het stuur met mijn hart in mijn keel. Een ingreep! Het zweet brak me uit, en voorzichtig draaide ik mijn gezicht naar Stanley. Klaar om een uitbrander in ontvangst te nemen. Stanley hing echter uit het raam. “Hey dushi, kon ta bai” sprak hij op flirterige toon. Langs de weg stond een voluptueuze Antilliaanse schone, slechts gehuld in een strakke legging en een naveltruitje. Ze keek me minachtend aan. Er volgde een gesprek tussen hen waarbij wat veelbetekenende blikken werden uitgewisseld en wat mij de tijd gaf om weer even op adem te komen voordat we onze weg vervolgden.

Niet lang daarna mocht ik afrijden. Stanley’s drill regime had goed gewerkt, want ik slaagde met vlag en wimpel. “Gefeliciteerd” zei hij nadat ik het felbegeerde papiertje in ontvangst had genomen. “Rijd jij maar naar huis.” Vol trots stapte ik in aan de bestuurderszijde. Bij de eerste bocht naar links nam ik die precies volgens Stanley’s voorbeeld. “Eh eh!” riep hij, “Wat doe je?” “Ik neem de bocht keurig zoals jij me geleerd hebt.” antwoordde ik. Stanley begon hard te lachen. “Dushi, je hebt nu je rijbewijs. Rijd nu maar normaal!”

Misschien heb ik opnieuw een Stanley nodig voordat ik weer achter het stuur kruip…

Cora Dessing